Orde van dienst 31 januari

Orgelspel: Herr Christ, der einig Gottes Sohn (Partita BWV Anhang 77): Koraal en vers 1 – Johann Sebastian Bach (1685-1750)

Welkom door de ouderling van dienst

Aansteken van de kaarsen

Stilte  

Bemoediging, groet en drempelgebed:

v          Onze hulp is de Naam van de Heer

g         die hemel en aarde gemaakt heeft

v          die trouw blijft tot in eeuwigheid

g         en niet loslaat het werk van zijn handen

v          de Heer zij met u

g         ook met u zij de Heer

v         Eeuwige, onze God, Gij hebt het licht geschapen 

            en geeft adem aan al wat leeft

            Wij bidden: wend U tot ons, 

            verdrijf het duister uit ons hart en doe ons opademen, 

            dat wij U en elkaar nieuw zullen kennen.

            Door Jezus Christus, onze Heer. Amen

Psalm 66 uit ‘150 psalmen vrij’ van Huub Oosterhuis gespeeld en gelezen

            Orgelspel: Psalm 66: Preludium – Laurens van Wingerden (1912-1996)

Blazers blazen U, violen strijken uw naam.

Gij hebt iets neergezet: deze aarde, mensen.

Muren van water, doortocht op droge voeten,

slaven bevrijden: groot werk

Uw ogen gaan over de wereld wat zien uw ogen?

Ik wankelde, jij greep me vast. Staan, rechtop, leven, zei je, je kunt het.

En toen begon het pas goed, het leven: water en vuur,

wielen snelden mijn hoofd over, ik lag in deuken, maar kwam bij.

Dank U, zei ik, zacht, nederig – en toen met overslaande stem:

dank, dank genadige, dat je mij gekend hebt, niet hebt afgewezen de afgrond in.

Gezegend Gij.

            Orgelspel: Psalm 66: Koraal – Laurens van Wingerden

Kyriegebed besloten met (orgelspel):

Kyrie eleison, Kyrie eleison

Christe eleison, Christe eleison

Kyrie eleison, Kyrie eleison

Gloria: lied 302: 1 

Gebed om de Geest bij de opening van het Woord

Profetenlezing Jesaja 55: 1-11

Lied 517: vers 3

Evangelielezing Marcus 1: 1-20 (vertaling Naardense Bijbel)

1 Begin van het evangelie van Jezus Christus.

2 Zoals geschreven staat in de profeet Jesaja: ‘zie, ik zend mijn bode voor je    aanschijn uit, die je weg bereiden zal;

3 de stem van een die roept in de woestijn: bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht!’ –

4 geschiedt het dat Johannes de Doper in de woestijn een doop van bekering predikt tot vergeving van zonden.

5 Tot hem is uitgelopen heel de landstreek Judea en de Jeruzalemmers allemaal, en zij hebben zich door hem laten dopen in de rivier de Jordaan, onder belijdenis van hun zonden.

6  Deze Johannes was iemand gehuld in kamelenharen met een leren gordel om zijn middel, en een eter van sprinkhanen en wilde honing.

7  Hij predikte en zei: op komst is hij die sterker is dan ik, na mij; ik ben niet toereikend om te bukken en de riemen van zijn onderbindsels los te maken;

8  ik heb u gedoopt met water, maar hij zal u dopen met heilige Geest!

9  En het geschiedt in die dagen dat hij komt: Jezus,  vanaf Nazaret in Galilea, en dat hij zich door Johannes laat dopen in de Jordaan.

10 En meteen als hij opklimt uit het water ziet hij de hemelen scheuren 

en de Geest in zich neerdalen als een duif.

11 En er geschiedt een stem uit de hemelen: 

‘Jij bent mijn zoon, de geliefde, in jou is mijn welbehagen!’ 

12  En meteen drijft de Geest hem uit, de woestijn in.

13 Hij is in de woestijn geweest, veertig dagen lang beproefd door de satan; 

  hij is bij de wilde dieren geweest, en de engelen dienden hem.

14 Nadat Johannes is overgeleverd komt Jezus Galilea binnen, en predikt hij het evangelie van God.

15  Hij zegt: het moment is vervuld, en genaderd is het koningschap van God!- 

bekeert u, en vertrouw het evangelie!

16  Voorttrekkend langs de zee van Galilea ziet hij Simon en Simons broer Andreas met een werpnet bezig in de zee,- want zij zijn vissers geweest.

17 Jezus zegt tot hen: hierheen jullie, mij achterna, en ik zal maken dat ge vissers van mensen wordt!

18 Meteen laten ze de netten los en volgen hem.

19 En een stukje verder gelopen ziet hij Jakobus van Zebedeüs en zijn broer Johannes, en die zijn in de boot bezig de netten in orde te brengen.

20  Meteen roept hij hen; zij laten hun vader, Zebedeüs, achter in de boot, met de huurlingen, en gaan weg, hem achterna.

Orgelspel: Herr Christ, der einig Gottes Sohn: Vers 5 – Johann Sebastian Bach

Overweging

Orgelspel: Herr Christ, der einig Gottes Sohn: Vers 6 – Johann Sebastian Bach

Diaconale mededelingen

Afkondiging overlijden – lied 961 (wordt eerst gesproken daarna gespeeld)

Dank- en voorbeden – Stil gebed en Onze Vader

Zending en zegen

g         Amen (gesproken)

Orgelspel: Herr Christ, der einig Gottes Sohn: Vers 7 – Johann Sebastian Bach